Vandaag is de eerste zondag van Advent: de vier weken die je aftelt tot aan Kerst. In Nederland een half vergeten fenomeen, maar in Duitsland (en daarmee bij ons in huis) markeert dit de strikte scheiding tussen ‘gewoon winters’ en ‘kerst-gezellig-winters’.
In Denemarken, daarentegen, nemen ze het niet zo nauw met regels voor gezelligheid. Gezelligheid kent geen tijd, toch? Warmte, liefde, kaarslicht: hoe meer hoe beter, vinden ze hier. Advent of niet, vanaf eind oktober zie je hier dus al de eerste tekenen van die kerstgezelligheid. Mensen nemen kerstversiering mee naar de werkvloer. Zetten kerstboompjes op hun bureau. In winkelstraten hangen lampjes. De etalages vullen zich langzaam met rendieren, kerstmannen, dennenbomen, sterren en rode hartjes van papier. Op 1 november wordt het kerstbier (julebryg) gelanceerd. Vriendengroepen, collega’s, verenigingen organiseren alvast de eerste kerstlunches of borrels. De kerstmarkten en restaurants serveren Gløgg (glühwein met stukjes) en Æbleskiver (dikke poffertjes).
Maar vandaag was dan toch de officiële aftrap: voor de 98e keer sinds 1914 werd de kerstboom op Rådhuspladsen aangestoken. Door de kerstman himself. 21 meter hoog, 8 ton zwaar (de boom, niet de kerstman). Honderden Kopenhageners verzamelden zich op het centrale plein om de Kerstman aan te moedigen bij deze gewichtige taak.
Vanaf vandaag mag het, ongegeneerd en uitbundig. Dus met goedkeuring van huisgenoot pünktlichkeit zal ik hier vanaf nu steeds kleine stukjes Deense kerstvreugde (julefryd) met jullie delen.
Meer over Deens kerstsentiment.
One thought on “Kerstvreugde: de aftrap”