Ik plakte de sjaal vast met tape en keek tevreden. Dit zou wel een nachtje blijven hangen, dacht ik. Voor proef. Dan zien we daarna wel verder. “We lijken wel Russische immigranten”, zei mijn lief. “Die wonen ook semipermanent tussen vodden.” Maarja. Ik moest toch iets, tegen die zon, die om half vier mijn nachtrust verstoort.
Want: ons huis heeft geen gordijnen.
Niet omdat we nog geen tijd hebben gehad ze te kopen en op te hangen, maar gewoon, omdat we nooit op het idee kwamen. Niemand heeft hier namelijk gordijnen. Behalve in de slaapkamer. Als die aan de straatzijde is. De onze is aan zeezijde.
Speculaties van in Denemarken wonende expats doen geloven dat die aversie tegen gordijnen een reactie is op de Duitse bezetting in 40-45: ramen moesten ‘s nachts geblindeerd, om de vijand niet op weg te helpen. Na de bevrijding deed men dus precies het tegenovergestelde: alles ging open. Anderen zeggen: in een land waar zo weinig zonlicht is, moet je zuinig zijn op zonnestralen en -warmte. Wellicht is het een beetje van beide, in combinatie met de Scandinavische voorkeur voor transparantie en openheid (en het vertrouwen dat er geen misbruik van gemaakt wordt). Die drang tot openheid gaat in Zweden zelfs zó ver dat alle overheidscommunicatie op te vragen is. Je kunt dus achterhalen wat de Zweedse ambassadeur op 26 augustus 2011 naar de Zuidkoreaanse minister van Financiën heeft gemaild. Als je dat zou willen, tenminste.
Nu ben ik niet heel specifiek geïnteresseerd in de mails van de Zweedse ambassadeur, maar ‘s avonds op straat word ik wel licht voyeuristisch. Even vanuit mijn ooghoek kijken wat voor lamp er aan het plafond hangt (is het weer zo’n PH?). Parafernalia in de vensterbank observeren. En daar dan een verhaal bij bedenken. Een beetje zoals mijn favoriete Kopenhaagse blogger Sandra Høj dat ook deed in haar typerende item ‘The Copenhagen Windows’. Zo heb ik inmiddels de onderbuurman op de hoek -wiens huis eruitzag als een overvolle kringloopwinkel- een inhalige ex in Zweden en een baan als computerprogrammeur toe-gefantaseerd.
Maar wie naar anderen gluurt, kan gluurders terugverwachten. Om vier uur vanochtend werd ik gewekt door een opdringerige zon. Omringd door een aanstellerige oranje wolkenlucht.
Mijn Russische vod lag verslagen op de grond, met twee stukjes plakband ernaast, terwijl mijn lief triomfantelijk zei: “Goedemorgen, en welkom in Denemarken!”
Ha! Voor mij weer een bewijs dat Duitsers Denen en Hollanders niet uit elkaar kunnen houden. Ik moet hier voortdurend horen dat men in Nederland geen gordijnen zou hebben, en hoe absurd dat wel niet is.(doorgaans komt de opmerking overigens van Duitsers die zélf geen gordijnen hebben, terwijl ik in NL niemand ken die gordijnloos door het leven gaat.)
Ik heb zelf overigens eens een irritante lichtkier proberen te dichten met een stuk plakband, waarna ik vervolgens gewekt werd door klapperend (!) losgeraakt plakband. De volgende stap is denk ik ducttape…
Ja, maar jij woont ook in Altona. Het is écht te ingewikkeld, een Nederlandse op Deens grondgebied.
En: twee duimen omhoog voor ducttape. Toen de verdeenste duitsmeneer in kwestie even niet oplette, heb ik ons raam stiekem toch ver-russischt, en het werkt als een trein. Ik kreeg zelfs een voorzichtig ‘best fijn, want dan wordt t tenminste niet zo warm’.