Mijn post over waarom Kopenhagen misschien toch niet altijd zo fan-tas-tisch is als sommige copypasteblogs keihard beweren, sloeg in als een bom. Ik kreeg half
Tag: plekken
Toen ik hier net kwam wonen, dacht ik: leuk, ik ben best wel uniek. Mijn stad is nog een beetje off the beaten track, want
Mijn vorige blogpost over Abdullah was lang. Erg lang. Daarom nu, voor de afwisseling, een zonnig fotoblog, zonder al teveel uitweidingen over borrelnoten en immigratiebeleid.
Het staat nauwelijks in de toeristenboekjes. Het heeft als bijnaam ‘shit-island’. Bovendien vindt iedereen dat het hier altijd veulstehard waait (wat klopt). Amager. Ik vind
Stel, je bent een reus en je kunt eiland-hink-stap-sprongen vanaf Texel, Vlieland, en zo verder naar het noordoosten. Dan stuiter je zo via de Duitse
Van de Deen hoeft het niet zo: groter, beter, meer. Een bankstel is hier -naast mooi en duur- vooral lang houdbaar. En opscheppen doet men vaker over