Dat de feiten voor zich spreken. Maar dat je het simpelweg niet eens bent met de feiten. Die verhouding heb ik tot mijn eigen bekwaamheid in het Deens.
Laat ik het even uitleggen.
In december was het tijd voor mijn laatste examens Deens. De B2-examens die je toegang geven tot een aanvraagformulier voor een Deens paspoort, een studie, en wat al niet meer. Ik wist: voor een Nederlandse is het hoogste cijfer (een 12) halen echt geen rocket science. Maar je moet er wel een klein beetje je best voor doen en de paar grammaticale principes die in het Deens niét hetzelfde zijn als in het Nederlands, goed in je oren knopen. Anders haal je een 10 (een 9 dus). En dat was mijn eer te na.
Ik ging dus voor die 12. Streber. Haalde hem, in drievoud. Op het essay, het begrijpend lezen en het mondeling examen. Ik schaamde me een beetje voor mijn beste-van-de-klasserigheid. Gelukkig heb ik een lief die zich nergens voor schaamt en luidkeels en trots rondzingt hoe goed mijn Deens wel niet is. In ieder geval: mijn bewijs van integratie is -voor zover de formele instanties het voor het zeggen hebben- binnen.
Maar zo voelt het allerminst. Een hehoigezellighoeishetnoumetjou-gesprek gaat prima. Maar verder worstel ik. Ik wil mooie uitdrukkingen gebruiken. Synoniemen kennen. Nuances oppikken. Het allemaal perfect doen. Maar dat duurt lang. Heel lang. En ondertussen heb ik alleen maar oog voor wat ik niét weet, in plaats van voor wat ik wél weet. Blijf erin, met jullie schijttaal, denk ik dan. Om vervolgens van diezelfde lief te horen dat het enige dat echt helpt is: niet opgeven. Gewoon proberen. Veel praten. Lezen. De beste en mooiste uitdrukkingen opschrijven.
Fout gezegd.
Die uitdrukkingen, die vind ik het leukst. Het allergrappigst is het als Denen met een moddervet Deens accent Engels spreken, en hun Deense uitdrukkingen letterlijk vertalen in het Engels. Denk: een deftige Nederlandse ambassadeur die zegt I can stand my little man (ik sta mijn mannetje). Of een premier die tegen de Amerikaanse president zegt I fok horses. Voor mij is het ook nog eens leerzaam: set a cross in your calendar? Oh, ok, zo zeg je dat dus blijkbaar in het Deens. Dit is mijn voorlopige lijstje Deense favorieten. In het echt gehoord, door mij of vrienden.
- No cow on the ice (ingen ko på risen): er is niets aan de hand.
- I’m cold in the ass (jeg er kold i røven): kan me niets schelen.
- You’re completely out cycling (du er helt ude og cycle): je hebt het helemaal verkeerd.
- May I borrow a butt? (må jeg låne en balle?): mag ik naast je zitten op deze (kleine) stoel?
- I suspect there are owls in the moss (jeg aner ugler I mosen): daar klopt iets niet.
- And now I am standing with my hair/beard in the postbox (nu står jeg med hårene i postkassen): ik ben volledig machteloos.
- To be up on the liquorices (at være oppe på lakridserne): het heel druk hebben.
- You’ve really shot the parrot (du har virkeligt skudt papegøjen): je hebt veel geluk gehad.
- He has taken the ticket (han har taget billeten): hij is dood.
- It’s blowing half a pelican (det blæser en halv pelikan): het waait heel hard.
- The goat is shaved (geden er barberet): dat probleem is opgelost.
- Who saves for the night, saves for the cat (den der sparer til natten, sparer til katten): eet het nu op, anders eet iemand anders het op.
- Not the fastest moped by the harbour (ikke den hurtigste knallert på haven): niet de snelste.
Maar wat is nu de les van dit alles?
Wel, ik moet mezelf eraan blijven herinneren dat fouten maken iets positiefs is. Het is niet alleen de enige weg vooruit, maar het laat ook zien wie je bent, waar je vandaan komt, en dat je dingen durft uit te proberen. En met een beetje geluk heb je ook nog eens de lachers op je hand als je het allemaal eens wat minder perfect doet.
Note to self: FAIL staat voor First Attempt In Learning.
Gefeliciteerd!! Ik heb nog een lange weg te gaan, begrijp ik… (en dan gaan we ook nog in Noordwest-Jutland wonen, waar ik mijn geleerde ‘hoog’-Deens niet bepaald in de praktijk hoor, en breng, want: onverstaanbaar…. zucht 😉 ) Maar op een of andere manier inspireert het me wel om stug door te gaan, ook hier in NL, met m’n internetlesjes, en als we in DK zijn gewoon door te blijven kletsen met de paar nieuwe woorden die ik er elke keer weer bijgeleerd heb.. 😀
Tja – niemand komt er zonder heel veel oefenen en gewoon blijven proberen. Datzelfde zal gelden voor regionale dialecten 😉
Geweldig stuk.
Op Deense les hier in Nederland hoor ik soms ook leuke uitdrukkingen, zoals Det regner skomagerdrenge – Het regent pijpenstelen. Die is in het Nederlands trouwens ook best bijzonder, vind je niet?
Hee, die had ik nog niet gehoord. De herkomst van uitdrukkingen is op zichzelf al een onderzoek waard. Ik las gisteren bijvoorbeeld dat ‘det blæser en halv pelican’ niet echt te herleiden is, behalve het feit dat pelican rijmt op orkan. Tja.
De baard in de brievenbus! Die is prachtig! (En het laat maar weer zien dat Denen tenminste Engels willen/kunnen spreken – ik hoor hier te weinig Duitsers zich aan het Engels wagen om zo’n lijstje te kunnen opstellen…)
En: hieperdepiep voor het diploma! Hoej!
😀 Ik heb er in ieder geval 1 voor je: to have an eight in your wheel (een slag in je wiel hebben). Vandaag gehoord. Van twee echte Duitsers die elkaar in het Engels uitstekend begrepen.
May I correct? 😉
No cow on the ice (ingen ko på risen): er is niets aan de hand.
Not “Risen” but ISEN – the ice – not the “rice”
Not the fastest moped by the harbour (ikke den hurtigste knallert på haven): niet de snelste.
Not “haven” (garden) but haVnen” (harbour)