sozialismus

Waaraan je kunt zien dat dit land een linksige voorkeur heeft

De europese verkiezingen zijn net geweest. De EU is voor ons altijd iets bijzonders, als europees gezin dat niet had kunnen bestaan als de muur niet was gevallen, destijds in 1989.

De uitslagen waren op zijn minst ook bijzonder te noemen: in de noordelijke landen kregen de ‘linkse’ partijen de overhand, terwijl in veel zuidelijke landen rechtspopulistisch won. Op dit moment staat de socialistische partij (SF, ze noemen zich groen links) hier in Denemarken zelfs bovenaan in de peilingen – en de sociaaldemocratische premier Mette Frederiksen krijgt de vraag of het niet tijd wordt om op te stappen om ruimte te maken op links (op dit moment is er een ‘paars’ kabinet).

Voor die winst van links zijn allerlei redenen op te voeren. De rechtse achterban bleef thuis, er was al streng immigratiebeleid waardoor populisten de wind uit de zeilen is genomen, enzovoorts.

Maar let’s face it: een good old links ‘eerlijk delen’ zit er gewoon ingebakken hier. Hieronder volgt mijn lijstje van dingen waarin je in het dagelijks leven merkt dat je in een (relatief) linksig land woont.

Je moet het doen met 1 matige oplossing in plaats van veel verschillende variaties van een oplossing.

Dit is misschien wel het principe dat het meest doordringt in allerlei facetten van het dagelijks leven; het gebrek aan privatisering. Zorg, kinderopvang, school, trein, je digitale ID: er is maar 1 kleur van en die kleur is ergens tussen middelmatig en prima. Niet fantastisch, niet de meest goedkope of efficiente, misschien, maar voor iedereen beschikbaar en goed genoeg voor de meeste mensen.

Na je gratis huisartsbezoek ga je met een panadolletje naar huis. Als je aandringt, krijg je een specialist toegewezen in het ziekenhuis waar op dat moment iemand beschikbaar is. Je kind gaat naar de districtsschool op de hoek.

Aula app - alles van school en opvang op 1 plek.

Je gebruikt dezelfde app voor alle opvang- en schoolzaken van al je kinderen. Van huiswerk tot rooster tot ziekmelden tot speelafspraken en foto’s. Of de app een 10 krijgt? Nee. Het is chaos. Maar je kunt wel alles op 1 plek vinden, met 1 login.

Je hoeft niet zoveel na te denken over welke van de vele oplossingen je moet kiezen.

Op dat systeem van 1 smaak voor allen, de overheid regelt het wel voor je, valt van alles aan te merken. Ik herinner me in ieder geval nog levendig hoeveel gedoe het ons opleverde toen we met een kind van 8 maanden naar een andere gemeente verhuisden en de gemeente zei ‘sluit maar achteraan in de rij, het duurt 10 maanden voor we een plekje op een opvang hebben’.

Handig eraan is wel dat je weet wat je krijgt, de kwaliteit is voorspelbaar (meestal rond de 7) in plaats van soms hoog (een 9) en soms abonimabel (rond de 4), en soms betaalbaar en soms onbetaalbaar. Bovendien scheelt het hoofdbrekens en – paradoxaal misschien – dus efficientie: je hoeft niet uit te checken bij de ene treinmaatschappij om vervolgens in te checken bij de volgende. Of je kind ziek te melden in de school-app, de overblijf afmelden op een andere website, en de BSO in een derde app (en dan het broertje op een andere kinderopvang in een vierde app).

Je hoort iedere andere zin het woord fællesskab.

Mijn meneer is geboren en opgevoed in een socialistisch systeem, en ik kan echt genieten van zijn schoolboekjes. Relikwieen van een voorbije tijd, waarin in klare taal instructies worden gegeven over wat er moet gebeuren (loyaliteit aan het Sozialismus!), waarom (gelijkheid voor iedereen!) en hoe (door eenheid!). Die eenheid, dat is iets dat je in de Deense maatschappij ook veel ziet. (Overigens onderhielden Denemarken en de DDR destijds warme banden – iedere Oostduitser keek Olsen Banden, een Deense televisieserie uit de jaren ’70.)

socialistische definitie van vriendschap

Het leven en de taal hier zijn doorspekt van het woord ‘fællesskab’ (gemeenschap). De school die speelgroepen voor kinderen en ouders coordineert, de gemeente die moedergroepen samenstelt, de sportvereniging die een beroep doet op het gevoel van fællesskab want zo houden we het gezellig. Voor de van zuilen vrijgevochten Nederlander soms wellicht om te kotsen, zo gemaakt gezellig, maar zonder de gemeenschap ben je als individu nergens dus gezellig samen is altijd beter dan eenzaam alleen.

Dingen die in strijd zijn met fundamentele waarden, worden belast of verboden.

De overheid is niet bang om in te grijpen in de markt. Uber is al jaren geleden verboden, want ‘drivers’ zonder fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden in hun eigen auto laten rijden was geen goed werkgeverschap en daarmee basta. De regering halveerde in 2019 de uitgaven aan consultants (het was uit de hand gelopen en deed de verzorgingsstaat vastlopen), om met dat geld een eigen, interne consultancygroep op te richten. Het gebruik van bestrijdigsmiddelen wordt door de gemiddelde burger actief afgekeurd (want gezondheid, waterkwaliteit, dierenwelzijn!), wat zich uit in het aanbod biologische producten in de supermarkt: zo’n 12 % van het assortiment. 50% van de Denen koopt ‘vaak of bijna altijd’ biologisch waar het kan. Het is maar een klein beetje duurder dan niet-biologisch.

Boeren en andere mensen met een mening laten hun trekker op de boerderij staan.

Het publieke debat hier wordt weliswaar gepolariseerd genoemd, maar het is nog niet zo gepolariseerd dat er boeren met trekkers bij Christiansborg staan, en evenmin zag je hier gele hesjes het publieke leven terroriseren. De polarisatie speelt zich af op een ander niveau: de lokale Facebookgroep bijvoorbeeld, waar boeren propageren ‘hoe meer CO2, hoe beter!’ nu er gesproken wordt over een CO2 taks voor boeren (iedere koe kost dan geld).

Nu is Facebookschelden misschien niet links of rechts, maar wat me wel opvalt, is dat fysiek agressieve meningen vaak gepaard gaan met ‘we leven in een vrij land!’ moet kunnen-retoriek. Minder vaak met iets als ‘mijn vrijheid houdt op waar die van de ander begint’.

Het hoeft geen geld op te brengen om van waarde te zijn.

Een van de nog altijd beste anekdotes die illustreert hoe fundamenteel anders er gedacht wordt over wat ‘goed’ is, stamt uit mijn eerste jaar hier. Een Nederlandse collega, type ‘Dutchsplainer’, filosofeerde -met instemming van andere Nederlandse collega’s- hardop over het feit dat het toch idioot was dat ‘ze’ (altijd ‘ze’) op Amager Strand, een veelgebruikt stadsstrand van 4 kilometer lang, niet veel meer strandtenten of restaurants of winkels hadden, want ‘daarmee zou je toch veel meer geld kunnen verdienen’.

I rest my case.

amager strandpark leeg
Amager Strandpark. Zand, water en verder eigenlijk niks.

Misschien vind je dit ook leuk

Leave a Reply

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.