Het is juni. Na lockdown nummer 2 of 3 of 4 (wie houdt het nog bij?) begint de stad weer te leven. De zomer heeft zijn intrede gedaan, en dat is zichtbaar.
In de aanplakbiljetten van de (kleinschalige) festivals in de stad.
In de met bierblikjes volgestapelde fietsen, die door arbeidsmigranten vanuit de stadsparken worden teruggebracht naar de supermarkt.
In de Deense vlaggetjes aan de straat, die aangeven ‘hier is een tuinfeestje!’
En last but not least, in de ‘studentervogn’ – het jaarlijks terugkerende fenomeen van de eindexamenscholieren die hun examenjaar met veel bombarie vieren. In het kort: de klas huurt een bus met forse geluidsinstallatie en rijdt daarmee langs alle ouderlijke huizen om daar bij ieder huis weer iets beschonkener te raken. Je herkent de ‘studenten’ aan een wit petje met hun naam erin geborduurd, dat ze hun leven lang als aandenken aan deze bijzondere dag bewaren. Menig Deen die je vraagt ‘hoe was jouw studenterkørsel?’ zal dromerig antwoorden ‘de beste dag van mijn leven!’.
Lekker bezopen
Als je dan vraagt waarom precies, komt het niet veel verder dan zorgeloos, sociaal, vriendschap en ‘gewoon lekker bezopen’: dat is eigenlijk alles wat het is. Ouders vinden het vaak geweldig, de vrienden van hun kind te kunnen onthalen, en lekker mee te feesten (vaak worden er aansluitend familie of vrienden uitgenodigd want als je toch bezig bent…).
Ik ben natuurlijk de ‘studenter’ leeftijd ver voorbij dus aan mij is die hysterie niet zo besteed, en ik kan me er weinig bij voorstellen.
Alweer geen ‘hallo’ of ‘hej’
Totdat ik in de supermarkt stond om mijn boodschappen af te rekenen. Zoals gebruikelijk werd ik niet begroet door de kassajongen. In mijn ingebakken reflex deed ik nog wel een poging tot een vriendelijk ‘goeiedag’ maar er kwam niks terug en ik ben opgehouden me daarover op te winden. Het is zoals het is (is dat de acceptatiefase? Ik denk het.).
Hij noemde een bedrag. Ik betaalde contact- en gedachteloos.
Hij vroeg of ik de bon mee wilde, ik zei van nee. Daar hield onze -toch al vrij beperkte- interactie op.
Ik deed er eindeloos over om in te pakken (gezin met twee kinderen, dus dan ben je er niet met een brood en een pak yoghurt).
Een petje, water en kauwgom
Achter me kwam een meisje van een jaar of 17. Ze had alleen een flesje water. En een pakje kauwgom. Ik had haar kunnen laten voorgaan, maar ik realiseerde me het pas te laat. Ze had een studentenpetje op. Zo’n witte. Haar manier om te zeggen ‘ik ben onderweg naar een nieuwe fase in mijn leven. En naar een feestje, dat ook.’
De jongen achter de kassa begroette ook haar niet. Zei nors ‘tyve femogfyrre’. Ze betaalde met haar pas. Ook contactloos. Pakte haar flesje en kauwgom en begon weg te lopen.
Veel plezier vandaag
‘Gefeliciteerd. Veel plezier vandaag’, zei de jongen met gematigd enthousiasme. Ze keek even op.’Tak,’ zei ze. En liep weg.
Ik keek weer naar haar petje. En dacht: oja. Geen hallo, geen fijne dag, wel veel plezier.
Soms zijn het de kleine voorvalletjes die je doen begrijpen waar een land echt waarde aan hecht.
Dat is echt een hoofdstad ding. In elke supermarket op Jylland zeggen de mensen achter de kassa keurig Hallo, bedrag, bonnetje mee, fijne dag, tak, hej hej. En bij Meny wordt er zelfs nog een praatje gehouden over je inkoop.
Mooi geschreven!