Kopenhagen is in 2014 de groene hoofdstad van Europa. Een aanmoedigingsprijs die in 2008 door de Europese Commissie in het leven is geroepen, om te laten zien hoe je van steden een groene, schone en gezonde plek kunt maken om te wonen. Gisteren was de aftrap, met internationale ministers en ambassadeurs in het gemeentehuis. Ik werkte als vrijwilliger mee aan het 30.000 kaarsjes*-kunstproject in de straten van Kopenhagen. Mooi maar koud.
Trotse stadjers
Het hele jaar staat in het teken van groen en schoon. En omdat dit land een sociaaldemocratie is, waar men het geen probleem vindt om dingen met elkaar te delen (wasruimtes, windmolens, maar vooral belastinggeld), is het thema van dit groene Kopenhagen-jaar: Sharing Copenhagen. Sharing = Caring, immers. Ze beloven een ‘Eldorado’ te zijn voor ‘other European cities seeking to meet the challenges of modern city living and sustainability’.
Groen goud
Dat groene goud hier wordt hier omschreven in thema’s als ‘de leefbare stad’ (het ontwerpen van een slimme stad met kwaliteit van leven), ‘duurzame consumptie’ (grondstofgebruik, afval, recycling), de ‘groene en blauwe stad’ (natuurzwembaden, stadsstranden, parken, biodiversiteit, stadstuinieren), ‘groene mobiliteit’ (fietsen, openbaar vervoer), en, nummer vijf: ‘klimaat en transitie’ (klimaatadaptatie, energie-renovatie, CO2-reductie).
Uitgewoonde planeet
Kortom: van alles te doen. Maar naast af en toe een publiekstrekker (zwemmen, design, fietsen) is het vooral heel veel beleids- en techneutentaal voor intimi. Laat ik nu net dol zijn op dit soort technische onderwerpen, vooral als het de kwaliteit van mijn eigen leefomgeving betreft. Bovendien geloof ik dat de enige haalbare toekomst voor onze -uitgewoonde- planeet een groene toekomst is. Daarom wilde ik mijn steentje bijdragen aan dit evenement.
Iedereen een kaarsje
Zo stond ik gisteren -dik ingepakt- in stunteldeens aan voorbijgangers uit te leggen dat we dit jaar Groene Hoofdstad van het jaar zijn, en dat ze het feestje mee mogen vieren door een kaarsje aan te steken. Alle kaarsjes bij elkaar bekeken, kon je dan lezen: ‘Hvis jeg siger grøn, siger du…?’ (Als ik zeg groen, zeg jij…?). Verschillende mogelijke antwoorden op die vraag vond je vervolgens op andere pleinen in de stad. Inderdaad, ook door kaarsjes verlicht.
Groene energie
Ik dacht, ietwat geïnfecteerd door de groenmoeheid in Nederland, dat het misschien wel lastig zou zijn, om Kopenhageners aan te sporen tot een vonkje groene energie. Daarbovenop las ik in het persbericht van de gemeente Kopenhagen woorden die, zoals persberichten eigen zijn, eigenlijk te mooi leken om waar te zijn.
“Copenhageners cycle every day, sort their rubbish and support the use of wind and biomass instead of coal at the city’s power stations. That is why Copenhagen has been named the European Green Capital 2014. The green transition has helped raise the Copenhageners’ standard of living, while the ambitious goals and enormous investments help create economic growth and new jobs for businesses,” says Copenhagen Lord Mayor Frank Jensen.
Wat bleek gistermiddag? Op een enkele gehaaste forens na knikte bijna iedereen begripvol, en zei: ‘Ja, doe ik, want ik vind dat ook heel belangrijk!’. Kinderen werden aangespoord ook een kaarsje te doen, ‘voor de groene stad’. Ik heb geen enkele voorbijganger sceptisch zijn hoofd zien schudden, moe van de groen-maffia, of lamgeslagen door duurzaamheidsambities.
De meeste Denen kiezen vrijwillig en vanuit persoonlijke overtuiging voor vergroening, lijkt het.