Twee jaar geleden, we hadden een dreumes van anderhalf, schreef ik voor de eerste keer over meertalig opvoeden. Of meer specifiek: over hoe wij weliswaar in vier talen communiceren maar hoe dat voor een kind van 1 nog niet zo relevant is maar hoe het ervoor zorgt dat het Engels dat we thuis spreken steeds meer verwatert tot een westeuropese potpourri van Nederlandse, Duitse en Deense woorden.
Inmiddels is die eenjarige drie en een half en kwebbelt honderduit.
In drie talen.
Vloeiend? Tja, het is maar wat je vloeiend noemt.
- Nadat we een ochtend tegen elkaar mopperen: “mama ben jij nog wel blij voor mij?” (letterlijke vertaling van ‘at være glad for’, blij zijn met iets).
- Als ze op de wc zit, ongeacht tegen wie ze het heeft: “ik ben færdig!” (ze weet heel goed dat ik zeg ‘klaar’ maar hier wint het recht van de sterkste en zowel Deens als Duits zeggen ‘fertig/færdig dus ja dat is twee tegen een).
- “Ik wil mijn gummistøvler aan” (ze zou evengoed ‘regenlaarsjes’ kunnen zeggen maar soms is er nét een situatie geweest waarin ze het Deense woord gebruikte dus dan ligt dat voorin de mond).
- “Boris heeft jarig geweest” (van ‘har haft fødselsdag’: heeft verjaardag gehad)
- “Kantoffels” (een samentrekking van kartoffels en pantoffels, don’t ask)
- “Kawortel” (een samentrekking van karotte en wortel, en nee, blijkbaar zeggen we hier in huis inmiddels geen gulerod meer)
- “Dat moet ik klippe uit” (‘det skal jeg klippe ud’, wanneer ze iets wil uitknippen, maar dan letterlijk naar het Nederlands vertaald)
- “De baby grædt” (ze gebruikt het werkwoord dat ze net op de børnehave nog heeft gebruikt, en vervoegt het op zijn Nederlands)
- “Hee papa kom nu fordi anders ga ik alleen væk”
- “Ik wil Augusta hier zu hause treffen”
- “Zij heeft mij geskubt” (wederom een werkwoord in een andere taal, maar wel op zijn Nederlands vervoegd)
- “Ja maar als je hebt gepullert dan moet jij je handen wassen, heb jij dat gedoet? Mag ik voelen?” (meestal noemt ze het gewoon plassen, maar waarom ze het dan tegen mij soms ineens over pullern heeft is mij een raadsel maar soit).
Ze gebruikt alles door elkaar. En dat is uiteraard helemaal prima want dat is hoe meertalige driejarigen horen te communiceren.
Wanneer is het ik, ich of jeg
Dat hele codeswitching, dus dat ze weet dat ze bij persoon X taal Y gebruikt, en bij persoon A juist taal B, dat begon een paar maanden geleden langzaam te komen. Zegt ze bij mij ‘ik’, bij de meneer ‘ich’ en bij het Deense buurmeisje ‘jeg’ (de rest van de zin kan dan nog steeds een mengelmoesje zjn).
In een context waar zowel ik als de meneer aanwezig zijn, gebruikt ze sowieso alles door elkaar, zoals hierboven. Maar in een context waarin ze alleen is met mij, worden haar zinnen steeds meer puur Nederlands, en evenzo in het Duits wanneer ze met de meneer is. Hoewel, toen ze laatst bij een Duitstalig gezin logeerde, zei ze dat ze graag frambozenijs wilde. Toen moest vriendin C, die weliswaar Duits is maar ook Frans leerde, diep graven in haar geheugen om te concluderen dat ze waarschijnlijk Himbeer (van framboise) bedoelde.
Mama’s taal en papa’s taal
Ze weet ook dat opa A en oma T ‘mama’s taal’ praten. En ze kan benoemen dat een vlinder mama’s taal is, een schmetterling papa’s taal, en een sommerfugl de børnehavetaal. Ze kan ook duiden dat mama paars zegt, maar dat zij liever lilla zegt en dat dat de børnehavetaal is. Als ik vraag hoe mama’s taal heet, dan heeft ze het nog weleens mis: tysk (duits), zegt ze dan vol zelfvertrouwen. Inmiddels weet ze ook dat dat feestelijke rood-witte vlaggetje een Deense vlag is, en dat de Nederlandse vlag er anders uitziet.
Zoals ik de vorige keer schreef, is ieder kind anders, en iedere ouder, en moet je ook maar net de motivatie blijven kunnen opbrengen om keer op keer consequent in je eigen taal te antwoorden, te corrigeren, te herhalen. Boekjes in je eigen taal te kiezen. Verantwoorde televisie aan te zetten. Bij ons lijkt het tot nu toe geweldig goed te gaan. Ik vind taal leuk, lees graag met haar, praat veel, en nu er een baby bij is gekomen doet de meneer veel meer van de dagelijkse praktische gesprekjes dus zit haar Duits ineens in de lift. Ze kan zich goed uitdrukken, vindt het leuk om taalspelletjes te doen, en te experimenteren met verschillende talen.
Of ze straks eindexamen kan doen op moedertaalniveau in al die talen? Vast niet. Of dat nodig is? Nee. Want de basis, de blootstelling en het plezier in taal is er. En dat is toch het belangrijkste. Waar ze dan ook eindexamen zal doen, de taalbeheersing komt dan wel.
Geweldig, wat heb je dit leuk geschreven.
Wat leuk! En herkenbaar. Heb in m’n jeugd ruim 10 jaar in DK gewoond (nu weer in NL) en die kleine Deense woordjes zitten nog steeds in m’n hoofd: ‘tak for mad’ en heel veel andere slecht te vertalen woordjes. En nog steeds maak ik heel soms een zins- of woordconstructie waarbij m’n (Nederlandse) vrouw me aankijkt, en dan weet ik meteen: ohja, dit is vertaald Deens.
Haha grappig! Je taalbrein wordt toch voor het leven getekend. Het zit hem inderdaad in de kleine, onbewaakte momenten in het taalgebruik. Ik realiseerde me bijvoorbeeld ineens dat ik zei ‘bestemmen’ in plaats van ‘beslissen’. Je moet dan echt een hoeder van de Nederlandse taal, zoals je vrouw, naast je hebben anders word je (ik) zo’n nederdeen.
Prachtig! Ik woon zelf in Noorwegen en mijn beide kinderen zijn ook tweetalig. Hoewel de jongste in het begin alleen Noors sprak. Toen we op vakantie in Nederland waren toen ze net 3 was, duurde het maar één dag, en ze was helemaal over op Nederlands. Inclusief al de juiste fouten die een driejarige maakt, en zelfs met det lokale tongval, westfries, die ze van de plaatselijke kinderen had overgenomen.
Grappig – ze pikken toch echt alles wel op, ook al lijkt het soms niet zo. Ik vermoed dat de onze veel meer Engels begrijpt dan wij denken (we gebruiken dat niet als actieve taal naar haar maar ze hoort het wel veel).
Heel leuk om te lezen. Ik vraag me wel af: deze drie talen zijn natuurlijk zeer aan elkaar verwant. Waarom spreken jullie dan Engels met elkaar?
Tja, je moet toch 1 gemeenschappelijke taal kiezen. Van alle talen is Engels is het meest neutraal (handig in een relatie) en we beheersen het allebei ongeveer even goed (hoewel het inmiddels een vorm van engels is geworden met erg veel leenwoorden uit alle andere talen).
Opvallend, of misschien net typisch: ‘het Engels dat we thuis spreken’. Vrijheid, blijheid natuurlijk maar ik zou het consequenter vinden in Denemarken Deens te spreken. Johan De Smet.
Ik krijg die vraag heel soms ook van Denen en ik vermoed dat mensen die zich dat afvragen zich niet realiseren hoe dat in de praktijk zou zijn. We spreken allebei goed Deens buiten de deur en niemand zal ons ervan betichten niet geintegreerd te zijn, maar:
1. we hebben elkaar buiten Denemarken ontmoet
2. Deens is voor geen van ons de moedertaal
3. het is bovendien niet de lingua franca die we het beste beheersen
Dus dan is Engels de meest logische en natuurlijke keus. We hebben, toen ik ver genoeg was met mijn Deens (we waren toen zo’n 2.5 jaar samen), weleens geprobeerd over te stappen maar dat voelde toch een beetje alsof je op vakantie in Spanje met je Griekse vrienden je schoolspaans gaat gebruiken alleen omdat je in Spanje bent, terwijl je in het Engels efficienter en betekenisvoller kunt communiceren. Voor de vorm is het leuk, maar er komt geen diepgang en dat zal er ook niet gaandeweg komen omdat je allebei geen moedertaalspreker bent.
Ha, ha, ha, maar Engels is wel de moedertaal??? Elk van de drie talen in kwestie zou ik boven het alles overheersende (en alles verpestende) Engels verkiezen.
Tja, Engels is gewoon onze lingua franca. Geen moedertaal, maar communicatie tussen partners waarin 1 zijn/haar moedertaal spreekt en de ander niet wordt al snel ongelijkwaardig.
Als jullie nu eens gewoon dat Engels afschaffen en consequent je eigen moerstaal zouden spreken. iedere Duitser kan Nederlands begrijpen, iedere Nederlander het Duits. Juist omdat Engels jullie moerstaal niet is is deze ‘oplossing’ kunstmatig. En een beetje jammer. Zelf probeer ik altijd in elk land waar ik ben zoveel mogelijk de taal van het land te spreken. Ik geef toe: in Albanië en Hongarije was dat best ingewikkeld. Maar steeds zo gemakzuchtig op dat Engels terugvallen? Nee. Trouwens in Albanië kom je daar niet ver mee. Duits gaat daar echt beter……..
Voor ons voelen alle andere opties dan Engels als kunstmatig en gelukkig hebben we de vrijheid om zelf te bepalen wat in de sfeer van onze relatie het beste werkt. Een brood bestellen in Frankrijk is toch echt wat anders dan communicatie in een langdurige relatie.
Hallo Caroline, Ik ben nieuw op je blog; heb gisteren op de link in Taalpost geklikt en ben al helemaal verslingerd! Wij zijn Scandinavië adepten maar spreken de talen niet. Lezen lukt inmiddels wel aardig, maar speken en verstaan, poeh… (vooral het Deens 😊). Leuk om te lezen dat jullie kleine al zo vaardig is in meerdere talen. Lekker doorgaan zoals jullie het doen wat mij betreft! (maar ik ben dan ook een bèta en geen taalwetenschapper).
Ha, wat leuk! Ja, dat verstaan heeft voor mij ook een hele tijd geduurd – in het begin was ik ervan overtuigd dat het wel een samenzwering moest zijn tussen mensen die deden alsof ze elkaar verstonden. Ken je de kameloso filmpjes? Noren die Denen plagen over hun onmogelijke taal: https://www.youtube.com/watch?v=s-mOy8VUEBk