Stel, je bent een reus en je kunt eiland-hink-stap-sprongen vanaf Texel, Vlieland, en zo verder naar het noordoosten. Dan stuiter je zo via de Duitse waddeneilanden naar boven, langs de Deense westkust, totdat je op het puntje van Denemarken staat en niet meer verder kunt – want Noorwegen is nét te ver. Voilà: je bent aangekomen in zomerhuisparadijs Skagen (Skeejn), waar de golven van de noordzee en de oostzee verward tegen elkaar opbotsen: ‘huh, jij ook hier?’
Kale wafel
Skagen is als zo’n immense Deense ijsco. De wafel is niets meer dan suiker, meel en boter. Maar op zeker moment dacht men: een kale wafel is géén wafel. En zo kwam er jam op. Slagroom. Flødebollen. Winegums. Chocoladesaus. Zo is het met Skagen ook: het is maar een simpele landtong, van zand en heide. Er woonden wat mensen, met handeltjes in vis. Maar die mensen met hun vis dreigden weg te waaien door de genadeloos gemene zuidwestenwind die maar tegen het mulle stukje zand bleef aanbeuken.
Dat was in 1100, zo’n beetje.
En vanaf toen besloot men: een kaal Skagen is géén Skagen. We zetten er dingen óp. Een haventje. Een kerk. Een duinbos. Een kustversterkingswerkje. Een vuurtoren. Wat halmgras. Nog een kerk. Nog een bos. Een spoorweg. ‘Dat zet die zandvlakte wat steviger in de ankers’, zeiden de lokale bouwmeesters tegen elkaar. En het ging -inderdaad- verrassend goed. Het stukje land bleef grotendeels op z’n plek. Alleen aan de noordwestkant schoof het land steeds een beetje op – maar dat gratis extra strand was niet zo erg. Verder kreeg men wat landbouw, wat handel, en de kerkjes werden goed bezocht. Later (in 1890) huisvestte het stukje zandland zelfs een schilderskolonie. De Skagenschilders werden wereldberoemd met hun schilderijen die het bijzondere licht van Skagen probeerden te vangen.
Overgeleverd aan wind en zand
Wie de kerk echter ook goed bezocht, was het zand. ‘Flyvesand’, of vliegend zand, in het Deens. De in 1400 gebouwde kerk St Laurencia raakte steeds verder bedolven, en in 1795 besloot men het kerkschip af te breken. Alleen de toren staat er nu nog, zich hevig te verzetten tegen het zand. De zandduinen die zich langzaam maar vastberaden om hem heen draperen, getuigen van een bij voorbaat verloren strijd.
Iets verderop, op Råbjerg Mile, hebben de duinen wél helemaal vrij spel. Dit 30 meter hoge duin vertegenwoordigt in zijn eentje een nieuwe, eenentwintigste eeuwse variant op de ijstijd. Door ieder jaar onverstoord 15 meter oostwaarts het eiland over te kruipen, zegt het eigenlijk ‘ik ben sterker dan jij – en wie in de weg ligt, eet ik gewoon op’.
Een baksteen zegt plons
Een ander icoon van de onverzettelijkheid van de natuur is de Rubjerg Knude vuurtoren. Gebouwd in 1900 dachten de Skageners ‘zo, eindelijk zijn we ook zichtbaar vanaf de noordzee’. Maar waar men even niet op had gerekend, is dat er ieder jaar ruim een meter eiland zo -pardoes- wegwaait. Stond de vuurtoren eerst nog 200 meter van de kust, nu ligt de kustlijn op 20 meter. Gevaarlijk dichtbij. In 1968 werd het zicht op de vuurtoren geblokkeerd door een immens duin, en het gebouw werd bovendien gezandstraald. Men besloot het vuurtje van de toren voorgoed te doven en wind, zand en zee vrij spel te geven. Het wachten is nu op het moment dat de eerste steen de zee in plonst.
Wat er verder te zien is, op die zandtong vol toppings? Een duinbos. Woeste heide, die je doet denken dat je op de maan bent (een hele zonnige maan, dan). Eindeloze zandstranden. Kerkjes. Een microbrouwerij die vol trots meldt dat hij al sinds 2005 bestaat. Zandgele huisjes. Pijpvormige brievenbussen. Visrestaurantjes. 250 soorten vreemde vogels. Meer duinen.
Baas
Maar als je ‘t mij vraagt, is er 1 ding dat Skagen nog veel spectaculairder maakt dan al die vis en vuurtorens: de genadeloze grijns waarmee de natuur de mens haar gang laat gaan. Tót het moment dat ze er genoeg van heeft. Met veel machtsvertoon pakt ze de eerste baksteen van Rubjerg Knude terug, om met een dikke plons te laten horen wie hier echt de baas is.
Ik denk zelf juni 2026. Ik boek vast een zomerhuisje op Skagen. Op de eerste rij.
Zelf naar ‘De Top van Denemarken’, zoals het in de toeristenbranche heet? Doe je inspiratie hier op.
Weer genoten van je verhaal.
Keep them coming!!!
Groeten, Renske
Je verhaal doet me weer terugdenken aan de 3 weken dat ik met Helene en de kinderen in Skagen was. In een iets warmere tijd dan jij er nu bent geweest (hoewel het zelden echt warm wordt in Skagen!), maar wat je beschrijft is zeer herkenbaar. Er was tot vandaag ook een hele mooie tentoonstelling van de beroemde schilders uit Skagen in Arken museum: ‘Kroyer og Ancher: rivaler eller venner’. Die wisten Skagen ook heel mooi te vangen!
Eddy