Het is de laatste weken wat rustiger op klein Deens geluk. Dat komt doordat ik -op het moment- vooral hier blog. Onder andere over Deens geluk. Volgen dus, want tot aan het staatsbezoek volgende week komen er nog een paar leuke posts online. Maar: vóór ik deeltijd ambassadeblogger werd, had ik ook een baan. Wat ik daar deed, is op zich niet zo interessant, maar wat ik daar at, dan weer wel!
Ergens heb ik het gevoel (ik weet het, van gevoel kan je niet leven) dat het in Denemarken niet zo’n punt is wanneer je van bovenaf gestimuleerd wordt gezond te eten (note to self: uitzoeken of dat echt zo is). Misschien heeft vadertje staat een grote vinger in de pap met allerhande ge- en verboden of belastingregeltjes. Of misschien vinden werkgevers zelf ook dat een gezonde werknemer toch iets belangrijker is dan keuzevrijheid tot in de hagelslaghemel. Ik heb in ieder geval nog geen getuige mogen zijn van een verongelijkte ik-bepaal-zelf-wel-hoeveel-hagelslag-ik-eet-toon.
Engelijk komt het hierop neer. Snoep en chocolade eten en heel veel bier drinken doet men gewoon lekker in de vrije tijd.
Kaassoufflé, iemand?
De bedrijfskantines op de werkplekken die ik in Nederland had, boden altijd hagelslag en kroketjes aan. Of op zijn minst een kaassoufflé. Hier in Denemarken krijg je bij de meeste grotere bedrijven met een eigen kantine ‘s middags een warme maaltijd, waar de schijf van vijf vanafdruipt. Frituur heb ik hier nog nooit breed uitgestald zien staan, en al zeker niet dagelijks. Chocolade lag bij mijn eerste baan hier in Denemarken ver weg verstopt en je moest er extra voor betalen. Wat wél prominent vooraan stond, is de saladebar. Daarnaast het kaasplankje. En altijd vlees en brood natuurlijk. Iedere vrijdag was er cake of taart. Om ons zoet te houden. Daar keken we dan ook altijd erg naar uit.
Enfin. Het is lunchtijd. Eet smakelijk!
Mmmm lækkerrr! Maar waar is de remouladesaus? =)
Remoulade is toch veulste ongezond (maar wél lekker)!
Het lijkt wel of je de vorige bedrijfskantine meer mist dan het vorige werk 😉