Denemarken wordt in reisgidsen niet voor niks als sweet-tooth-country omschreven. Cakejes, koekjes, taartjes all over the place. Maar met hun snoepverslaving maken ze maken het wel heel bont. Per hoofd van de bevolking eten de Denen het meeste ‘slik’ (snoep) ter wereld: zo’n 17 kilo per persoon per jaar. Daarna komen Zweden, Ierland en Duitsland.
De overheid doet (met afgeketste voorstellen als de suikertaks) hard haar best om de consumptie van dit uiterst verslavende goedje te remmen, maar het mag niet baten. Sterker nog: Denen eten steeds meer snoep. In de winkelmandjes van de Denen gaat 13% van het budget op aan snoep, ijs en chocolade, terwijl slechts 10% opgaat aan groenten en 9% aan fruit.
Het hoort erbij, vindt men hier. “Met het woord ‘Fredagsslik’ (vrijdagssnoep) als symbool voor de start van een gezellig weekend is het zelfs onderdeel van onze taal geworden: alles dat zoet, zout of vet is, symboliseert het begrip ‘hygge’,” aldus een voedingssocioloog in de Deense krant Politiken.
Er is wel 1 voordeel ten opzichte van de snoepverleiding in Nederland. Zoete dingen zijn hier peperduur. Een klein zakje Haribo neem je nog wel mee voor een euro, maar voor een zak van formaat tel je zomaar 5 of 8 euro neer. Daardoor kies ik toch vaker voor fruit. Erg on-Deens. Gelukkig maar.