Ik dacht vantevoren van alles. Over de verharding van de Nederlandse samenleving. Gepolariseerd, dat was het, dat zag ik wel op de televisie. En je fiets, die moest je ook op slot zetten, zelfs achter je eigen huis. En dan die betweterigheid, en luidheid. Daar keek ik óók niet echt naar uit. Ik had bijna spijt voor ik überhaupt verhuisd was, maarja, een huis dat verkocht is koop je niet zomaar terug.
Maar toen woonde ik hier een week of 4, ik fietste het dorp rond op weg naar school, opvang, supermarkt, en ineens viel me het handje op.
Het handje dat ik helemaal vergeten was.
Want in Nederland lopen allicht een paar boeven en schreeuwerds rond, maar tussen die 17.5 miljoen mensen zitten ook veel ruimtegevers.
Ik zie het als ik met de kinderen in de bakfiets sta te wachten voor een druk kruispunt.
Ik zie het als ik vaart heb, schuin over moet steken en op weg ben te stoppen om te wachten op een auto die voorrang heeft.
Ik zie het als mijn blik die van een automobilist kruist en we elkaar aankijken ‘Kan jij eerst? Of ik?’.
Een halve zwaai, vriendelijk doch dwingend
Het handje van de automobilist, dat even losraakt van het stuur, een halfzwaaiende beweging maakt, met als doel te zeggen: ‘joh, ga gauw, je wilt vast snel naar huis.’
Dat handje, dat herkende ik. Misschien niet van 9 jaar geleden toen ik nog in Amsterdam woonde (of misschien ook wel, wie zal het zeggen?) maar dan toch van iets langer geleden toen ik in Den Haag, of in Groningen, of in Hardenberg deelnam aan het verkeer.
Ik had het die 8 jaar in Denemarken niet gezien. Het nooit gemist, ook. Want in een land waar iedereen regelvast is, is het niet nodig. Daar beweeg je niet mee met je medeweggebruiker, want met voorrangsregels ga je niet onderhandelen. Voorrang is voorrang, en geen voorrang is geen voorrang, wat lul je nou, hoor je de Deen zeggen (‘altså hvad er det for noget pjat, det her’ denk ik nu hardop).
Maar hier, in mijn Dalfser bubbel, kom ik erachter dat meebewegen met je medeweggebruikers het leven toch wel een beetje sjeu geeft.
Ja toch niet dan.
Zeker! Wat leuk,dat het je opviel
Zo grappig elke keer om te constateren hoe anders het Deense leven in Kopenhagen (blijkbaar) is dan in ‘Deens Twente’, de noordwestkust. Hoewel hier op een heel andere manier de regels braaf volgens de wet van Jante worden nageleefd, is er toch ook wel veel ontspanning en ‘sjeu’ hier