Als kind van het oosten (hup Overijssel!) ben ik opgegroeid met bos. Maar bos en stad, dat gaat niet zo goed samen. Dus sinds ik op kamers ging, neem ik genoegen met een stadspark in mijn woonomgeving. Ook prima natuurlijk.
Maar ineens dacht ik: hee, die Deense koningen, die namen in de zeventiende eeuw echt geen genoegen met een parkje. Frederik III en zijn zoon Christian V lieten doodleuk een eigen jachtterrein aanleggen ten noorden van de stad: Dyrehave (‘Wildpark’). Het is 15 kilometer van de stad, 11 vierkante kilometer groot, en huisvest massa’s oude eiken- en kastanjebomen. En vandaag de dag meer dan 2000 rendieren.
Aldus namen we gisteren een kijkje op de jachtvelden van Christian de Vijfde.
Sodefuck wat mooi. Jij ook een Overijssels meisje? Wat was jouw standplaats? De mijne Almelo en Zwolle. Het Engelse werk, griezelen van de karpers en treinen kijken bij het hek.
Ja die sletten kom je overal tegen 🙂 En het leuke van Denemarken is ook dat je bos aan zee hebt! Dat je aan komt zeilen met je bootje, aanlegt op een boei en dan van je thee geniet, loom deinend op de golven, met vogelgekwetter (inclusief bosecho) op de achtergrond!
Aah, goed hee, nog een oosterling! Die zijn het leukst! Jaaa, het Engelandse bos! Hardenberg, dat was (is) mijn heimat. Je kunt het meisje uit het oosten halen, maar het oosten niet uit het meisje.