Op 10 april begon het weer. Lange avonden, paardenracespelletjes en luid geschater. Ik heb het natuurlijk over Tivoli. En dan vooral over de vrijdagavonden daar.
Ok. Het is dus een vrijdagavond. Je werk voor die dag is afgerond en je wilt nog niet naar huis (nog lange niet, nog lange niet). De avond is nog lang, het leven kort, en de stad te mooi in deze avondzon. Dan ga je dus naar Tivoli. Want dat zit middenin de stad, kost niks als je eenmalig een jaarkaart hebt aangeschaft, en er is altijd wel wat te doen. Een ritje in de achtbaan, een spelletje vijfkamp, een ijsje, of een concert.
En als ik zeg concert, dan is dat geen lullig blokfluitorkestje of een coverband die nog bezig is haar ‘unieke sound’ te ontdekken. Nee, dan heb ik het over namen. Grote namen, die op een podium, in het midden, spelen alsof Obama himself vooraan staat. ‘Fredagsrock‘ is Agnes Obel, Thomas Dybdahl, Simple Minds, Passenger.
Gisteravond was dus zo’n vrijdagavond. Zo rond 7u kwam de vraag: gaan we naar huis? Of zullen we nog wat doen? De avond is zo lang, het leven zo kort, etc etc. Als antwoord volstaat dan een kort maar ferm: ‘Tivoli?’ ‘Ok.’
Volgende week vrijdagavond is er waarschijnlijk wéér zo één. En de week erna. En de vrijdag daarna.
Want Tivoli, dat is de Efteling zonder eindeloze wachttijden. Het is de Keukenhof zonder hordes bustoeristen. Het is bevrijdingspop maar dan elke week. En het is de kermis, maar dan leuk.
Oja. Gisteravond stonden Ukendt Kunster en Ginger Ninja op het podium.
Onze eerste ervaring in Tivoli, jaren geleden: de pauwen???gordijnen gingen open en daar, echt helemaal gratis en in het wild: Ella Fitzgerald.
Hahah, ja, die pauwen, die geven nog steeds / alweer een show weg. Elke dag opnieuw. Prachtig om te zien. Ella Fitzgerald heb ik er nog niet ontdekt. 🙂