Ik ben overal een beetje ongepast. In de Kopenhaagse Lidl zeg ik iets te enthousiast ‘hej’ om het daarna in Dalfsen weer verleerd te zijn.
Category: taal
Met mijn hart onder mijn ziel liep ik rond in mijn laatste dagen als inwoner van dit land. Het was goed, het wordt goed. Maar verdrietig ben ik wel. En wel hierom (onder andere).
Het Nederlands is vergeven van de verkleinwoorden. We kunnen ‘een klein cakeje’ zeggen zonder blikken of blozen. In het Deens is er iets soortgelijks. Of toch niet. Of, nouja, een beetje hetzelfde.
De kleuter wordt straks vijf, haar broertje anderhalf. Allebei zijn ze meertalig volgens het boekje: eerst alles door elkaar, dan sommige dingen door elkaar, en daarna af en toe dingen door elkaar.
Ik voel me een beetje als die klungelige tante die al 45 jaar in Australië woont. Ik zeg ‘ik bestem dat’, ‘ik ga een toer’ en ‘er zit vaart in’. Over een meertalig gezin en de taalverwarring die dat met zich meebrengt in mijn hoofd.
Van een half jaar zonder voornaam tot kerkelijke inmenging in het namenregister: vijf dingen die je nog niet wist over het Deense namensysteem.